Walter Benjamin - Het kunstwerk in het tijdperk van technische reproduceerbaarheid

Gepubliceerd op 2 januari 2024 om 11:51

“Proef de toekomst in een blikje, met Coca-Cola 3000 Zero Sugar.” Met het nieuwe blikje waagt Coca-Cola om de wereldlijke toekomstvisie van consumenten vast te leggen. De voorstelling van het jaar 3000 aan de hand van emoties, ambities, kleuren en smaken is samengesteld met behulp van de inzichten van AI. (Coca-Cola, 2023) Met de komst van dit product stelt Coca-Cola dat kunstmatige intelligentie de toekomst is en de schijnbare toekomstvisie die consumenten hebben, vastgelegd kan worden door die kunstmatige intelligentie. De kunstmatige intelligentie heeft de zogenaamde emoties en smaken van de toekomst samengesteld met behulp van een database, waar blijkbaar het geheime recept over de toekomst in zit. 

 

Als Walter Benjamin het Coca-Cola blikje zou zien dan zou hij zijn ogen niet geloven. Walter Benjamin, cultuurcriticus en filosoof schreef in 1935 het essay: ‘Het kunstwerk in het tijdperk van technische reproduceerbaarheid’ Benjamin zag in die tijd al de gevolgen van de moderniteit, die massamedia, massacultuur en massa commodificatie met zich meebracht. In het essay beschrijft hij hoe kunst zijn waarde verliest, onder andere door de techniek die het mogelijk maakt om eindeloos veel kopieën te maken van kunstwerken. Zonder in het Louvre te zijn geweest hebben we toch een foto van de Mona Lisa gezien. Daarbij zag hij ook hoe de opvatting van kunst was veranderd: eerder kreeg kunst een groot aanzien door een gemeenschap, maar in de moderne tijd werd het vooral als verkoopbaar product benaderd. 

 

De reproductietechniek, zo zou de algemene formule kunnen luiden, maakt het gereproduceerde los uit het bereik van de traditie. Doordat zij de reproductie vermenigvuldigt, stelt ze zich in de plaats van haar unieke, haar seriële bestaan. En doordat zij het de reproductie mogelijk maakt de waarnemer in zijn eigen situatie tegemoet te treden, actualiseert zij het gereproduceerde.”  (Benjamin, 1935, p.14) De ‘echtheid’ van kunst raakt verloren door de reproduceerbaarheid van die kunst. Een ander woord dat Benjamin gebruikt is ‘aura’ om de echtheid van een kunstwerk te omschrijven. Aura is het bewustzijn in het hier en nu. Een kunstenaar maakt een kunstwerk op basis van een ervaring in het hier en nu en zijn bewustzijn daarvan. Dit maakt de kunst uniek.

De oorsprong van de technische reproduceerbaarheid ligt bij de uitvinding van de boekdrukkunst, maar wordt later opgevolgd door camera’s die het maken van films en foto’s mogelijk maken. En nog later door kunstmatige intelligentie die teksten en afbeeldingen genereert gebaseerd op een database van kopieën van het werk van kunstenaars. Hierin kan een lijn getrokken worden van originele kunst dat gekopieerd werd door  de boekdruktechniek of met film waarbij het mogelijk is om de opname te knippen en plakken, waardoor het zijn ‘aura’ verliest en kunstmatige intelligentie die een kopie genereert van een kopie. 

 

De loskoppeling van de traditie definieert Benjamin als de transitie van cultwaarde naar een tentoonstellingswaarde. ‘Cult waarde’ is de waarde die een gemeenschap aan kunst hecht. Voor de moderne tijd werd kunst vaak gemaakt in opdracht van de kerk. Vanuit rituelen zetten kunstenaars hun kunst op, vaak met het doel ‘het hoge’ te benaderen. De kunstenaars deden dit vanuit een spirituele ervaring. Hierbij was de inhoud en de boodschap van de kunst belangrijk. (Benjamin, 1935, p.16) Een voorbeeld hiervan is de Kaäba waar duizenden mensen op bedevaart langs lopen, niemand weet wat er in de tempel zit maar toch hecht de gemeenschap veel waarde aan de inhoud van het gebouw. 

 

In de moderne tijd wordt kunst niet meer gemaakt vanuit een ervaring of een emotie, maar met het idee om de massa die de kunst gaat bekijken te dienen. Kunst wordt tot een verkoopbaar product gemaakt en krijgt alleen een ‘tentoonstellingswaarde’. Als je naar het Louvre gaat om de Mona Lisa te bekijken, dan maken de meeste mensen een foto en lopen daarna weer voorbij het schilderij. De geconcentreerde ervaring van het schilderij is verloren gegaan. (E. Anderson, 2023) We consumeren constant kunst, zonder te erkennen dat het kunst is, omdat het gereproduceerde kunstwerk een gebrek heeft aan een ‘aura’ ervaren we die ook niet meer. 

 

De tentoonstellingswaarde heeft een politiek gevolg. Kunst wordt namelijk op steeds meer gebieden gebruikt om de massa te dienen, door middel van propaganda of reclame. “Fascisme probeert de proletarische massa te organiseren, zonder aanpassingen te doen aan de klassenmaatschappij, waarvan de massa juist wenst die te verwijderen. Fascisme ziet zijn redding niet in het geven van de rechten van de massa, maar in de kans om de massa expressie te geven en tegelijk de eigendommen van de elite te behouden. Dit doet het fascisme door kunst te introduceren in het politieke gebied.” (Benjamin, 1935, p.18) Dit noemt Benjamin ook wel de esthetisering van de politiek. Dit begrip gebruikt hij om het communistische regime te beschrijven. Fascistische regimes gebruiken de technische reproduceerbaarheid als middel om in grote aantallen propaganda te verspreiden, om op die manier de massa te dienen en ze een ideologie aan te bieden.

 

Benjamin heeft geen kritiek op de nieuwe technische vormen die het mogelijk maken om kunst te reproduceren, ze zijn er nu eenmaal. Wel ziet hij een probleem in de verdeling van de eigendom van zulke technische apparaten en de eigendom van de kunst. Dit komt voort uit een Marxistisch idee, waarmee hij dus voor ziet dat de reproduceerbaarheid van kunst ongelijkheid met zich meebrengt en het dus mogelijk maakt om die techniek te betrekken in het politieke gebied, wat de proletarische massa nog meer uitbuit, die proletarische massa zijn omgevormd tot consumenten. (Benjamin, 1935, p.9) 

 

Er ontstaat een ongelijkheid tussen producenten en consumenten. De producenten hebben eigendom op alle productiemiddelen en de consumenten zijn naast het consumeren ook werkzaam als arbeiders, zonder eigendom. Tijdens het eindeloos consumeren van media hebben consumenten, volgens Benjamin, eigendom vergaren van het werk van filmacteurs.

De reproductie van kunst maakt het mogelijk om de consument te benaderen in zijn eigen comfortabele situatie. Consumenten hoeven niet meer naar een museum om een tentoonstelling te bezichtigen, maar kunnen gewoon de televisie aanzetten en de ‘kunst’ komt zo de kamer binnen. De consument kan in afgeleide staat constant kunst consumeren. Hierbij betrekt Benjamin het begrip 'post-productie': na de productie van een film kan de consument zelf de film knippen of plakken, bijvoorbeeld het maken van TikTok-filmpjes gebaseerd op stukjes uit een film. Benjamin beschrijft het verschil tussen de kunst van een toneelacteur en een filmacteur. Een toneelacteur speelt iemand anders, maar bouwt vanuit eigen ervaring een karakter op van het personage. Een filmacteur speelt ingetogen en presenteert vaak zichzelf en acteert voor de camera, het publiek neemt de plek in van de camera. (E. Anderson, 2023) Daarbij wordt er van de acteur ook een verkoopbaar product gemaakt om nog meer kijkcijfers op die films te vergaren. De film heeft hierdoor een gebrek aan een ‘aura’ en het werk van de filmacteur daarom ook. 

 

Met de vordering van technische reproduceerbaarheid kunnen we een beweging vanaf geconcentreerde beschouwing van kunst naar een ontvangst van kunst in een staat van afleiding (zerstreuung) zien. De afgeleide status past Benjamin toe op het kijken naar films. De afgeleide status die Benjamin uit die tijd beschrijft is niet vergelijkbaar met de constant afgeleide staat waar wij nu in leven. Consumenten kunnen elk moment in hun eigen huis op een laptop naar een film kijken en tegelijkertijd op social media scrollen op hun telefoon. (E. Anderson, 2023) Hierdoor is onze opvatting van kunst totaal veranderd. We hebben als consument natuurlijk nog steeds emoties, en films of korte video’s op sociale media kunnen die gevoelens nog steeds aanwakkeren, maar door de afgeleide status is het niet mogelijk om de ‘aura’ van de films te ervaren en inspiratie er van op te doen. 

 

Aan de hand van Walter Benjamin kunnen we stellen dat het nieuwe blikje Coca Cola 3000 geen emoties, ambities of kleuren bevat en vooral niet omdat het in coproductie met kunstmatige intelligentie is gemaakt. Kunstmatige intelligentie bevat geen bewustzijn en dus ervaring en kan dus ook niet iets creëren dat beaamt de toekomst te kunnen voorspellen. Het nieuwe recept van Coca Cola staat in verband met wat Benjamin de ‘tentoonstellingswaarde’ noemt en is een goed voorbeeld dat Coca Cola in de campagne kunst gebruikt om een product te verkopen. De techniek is natuurlijk veel verder ontwikkeld dan in de tijd van Benjamin, maar toen wees hij al op het gevaar van de politisering van kunst. Dit moeten we zeker in gedachten houden. Ook moeten we nadenken over wie techniek in handen heeft, zeker in het geval van kunstmatige intelligentie. Tegenwoordig is de politisering van kunst en het inspelen op de massa nog makkelijker geworden. Het is mogelijk met data analyse te kijken naar waar de massa de meeste tijd naar kijkt. Wat we kunnen concluderen is dat het kunstwerk zijn autonomie is verloren en niet meer op zichzelf staat, maar alleen nog maar een verkoopbaar product is. 

 

 


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.